Nevelslierten

een kortverhaal

15 november 2020

15 november 2020

schrijven

De zoete geur van het parfum in haar nek, dat was het eerste wat hij proefde terwijl hij met de tong zijn lippen wat bevochtigde. Met zijn ogen nog dicht omdat de ochtend nog niet lang genoeg begonnen was, wentelde hij zich in het donsdeken alsof het haar naakte huid was die hem omzwachtelde. Hij voelde een warme rilling in het midden van zijn lijf dat nog nachtelijk verdoofd was maar dat tegelijkertijd lichtvoetig opgetild werd door onzichtbare handen die zich vanuit zijn droom ongeremd botvierden op alle zones van zijn lijf en vooral daar waar hij het zo graag had.

De sensuele droom die zich levensecht in volle kleuren had afgespeeld op het cinemadoek van zijn ongecontroleerde verbeelding, werd wat tergend onverwacht afgebroken door paniekerige alarmgeluiden van de radiowekker. Een wat loom heen en weer slaan in de hoop de snooze-toets te kunnen indrukken, leverde slechts na enkele seconden het gewenste resultaat op, de radio zweeg, het werd weer stil in de slaapkamer. Maar ook de cinemaprojector was daarmee gedoofd, samen met de intensiteit van de visuele verlangens in de droom.

Hij kneep de ogen dicht en wrong zijn gezicht diep in het hoofdkussen in de hoop de ronde lijnen van haar silhouette weer te kunnen oproepen en met zijn tong proefde hij even weer het zoete parfum in haar nek. Zo bleef hij nog tien minuten gelukzalig liggen in zijn bed, versmolten met het donsdeken in een dans van droom en werkelijkheid.

De sensualiteit van deze ochtend werd abrupt afgebroken bij het krijsende geluid van de gordijnen die door zijn vrouw hardhandig opengescheurd werden zodat het te felle licht van snelle wolken aan een regenachtige hemel de laatste beelden van zijn netvlies wegbliezen in een pijnlijk verblindende overbelichte flits van pure realiteit.

"Opstaan" snerpte ze hem toe, alsof ze stiekem achter een muurtje meegekeken had naar zijn fantasieën en vanuit een onbeheersbare jaloezie hem dit niet wou gunnen. Toen ze ook nog het donsdeken brutaal wegtrok en dubbel geplooid achteraan op de sponde had uitgestrekt, wervelde een ijskoude rilling door zijn warme lijf en zijn gelukzalige blik versteende in een stille kreet vol afgrijzen en machteloze woede.

De kamergeluiden werden doffer, zijn kinderen en familie legden witte roosjes neer op zijn gevouwen handen terwijl het kerkkoor ergens vooraan in de verte zong. Er was nog even een moment van wierookgeur en dan wat winderige stof en as gestrooid in vochtig gras.


schrijf een reactie op dit bericht